Martin Scholten, Wageningen University & Research

De pluimveehouderij speelt een essentiële rol in de kringlooplandbouw. Kippen zijn goed in staat om diervoer gemaakt van gewas- en voedingsresten om te zetten in gezond voedsel: vlees en eieren. Bovendien laat kippenmest zich goed verwerken tot een hernieuwbare grondstof voor bemesting van landbouwbodems, om daarmee de kringloop te sluiten.

De footprint van pluimvee is daardoor gunstig, want relatief laag. En zal nog lager worden als de kringlooplandbouw vorm krijgt. Maar dat vereist wel dat we zorgen dat de dieren het goed hebben, en dat de omgeving geen overlast ondervindt. En juist op dat punt hebben we er mee te maken dat we de verbetering van het dierwelzijn van leghennen hebben moeten bekopen met een slechtere luchtkwaliteit: ammoniak en fijnstof.

Maar daar willen we niet in berusten. Via het concept van het reflexief interactief ontwerpen ontwikkelen we samen met marktpartijen en stakeholders nieuwe houderij-concepten voor leghennen met de ambitie om tot wel 70 á 80 procent minder uitstoot van fijnstof en ammoniak te komen.

Wageningen University & Research is daarom ook partner van het Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderijen in een serie pilots waarbij op acht pluimveebedrijven in de Gelderse vallei (en één elders: de Kipster stal in Venray) acht verschillende technieken testen die de uitstoot vanuit bestaande stallen beperken. De pilots lopen door tot eind 2018, maar in de zomer van 2018 verwachten we al de eerste resultaten te hebben.

De pilot richt zich op bestaande stallen met een relatief hoge uitstoot. Oneerbiedig gezegd is dat ‘pleisters plakken’. De vermindering zet best zoden aan de dijk, maar in de praktijk blijken stalmaatregelen vaak niet meer dan circa 50 procent reductie te kunnen realiseren. Met end-of-pipe systemen, zoals luchtwassers, kun je wel een beter resultaat behalen, maar deze verbeteren het binnenklimaat voor dier en ondernemer niet.

Een echt substantiële verbetering op het gebied van emissies én binnenklimaat is alleen haalbaar in compleet nieuwe stalontwerpen. Op de langere termijn gaan we stallen bouwen met een zeer lage uitstoot, waarin we dierenwelzijn en lage milieudruk combineren. Dat verjongingsproces van stallen is niet van de een op de andere dag gereed. Maar laten we in Nederland tempo maken en investeren in een koploperpositie. Door te laten zien dat een zeer goede zorg voor het welzijn van landbouwhuisdieren en een lage milieu- en omgevingsdruk hand in hand kunnen gaan.

Martin Scholten is algemeen directeur bij Animal Sciences Group aan de Wageningen University & Research.